Collectie
Collectie Hilversum
Donkerblauw uniformjas met oranje boorden en kraag. Op de voorzijde zitten veertien knopen waarop een kroon staat. Op de mouwen zitten elk twee knopen en rondom de split zes. De jas is gevoerd. Op de mouwen de rang (V). Op de schouders zitten witte versierselen, met op de linkerschouder twee kwasten. Bij de jas hoort een broek en pet (b en c). Aan de V (chevron) op de mouwen van dit uniform is te zien dat het gedragen is door een onderofficier in de schutterij. Hilversum krijgt pas in 1828 een schutterij en dat is laat vergeleken met andere plaatsen in het Gooi. De schutterij heeft als doel om bij lokale problemen de plaatselijke politie bij te staan en in geval van oorlog het leger te helpen. Mannen tussen de 25 en 34 jaar die worden ingeloot in de schutterij doen vijf jaar dienst. Daarna gaan ze voor een periode van vijf jaar over naar de reserveschutterij. De schutters moeten eens in de twee weken oefenen met schieten en exerceren. In 1830 vertrekken ruim vijftig Hilversumse schutters naar het zuiden, waar de Belgen strijden voor onafhankelijkheid. Het is de enige keer dat Hilversumse schutters buiten de landsgrenzen actief zijn. In 1907 wordt de schutterij in heel Nederland opgeheven.
- Soort object
- jas, uniform
- Datering
- 1828 - 1907
- Museum
- Collectie Hilversum
- Nummer
- 190026a Gebruiksrecht