Collectie

Rijksmuseum Muiderslot

Kandelaar

Een knopen- of knoopkandelaar kun je herkennen aan de bolling of verdikking op de stam. Bijzonder aan deze kandelaar: het voetstuk is ook de vetvanger. De meest gebruikte en goedkoopste kaars was de smeerkaars. De smeerkaars wordt soms ook vetkaars of talgkaars genoemd, omdat deze gemaakt is van dierlijke vetten (talg). Een groot nadeel van smeerkaarsen is dat deze erg druipen. Gelukkig vangt de vetvanger dit op, zodat het oppervlak waarop de kandelaar staat niet vies wordt. Deze knopenkandelaar is gemaakt van messing of geelkoper. Geelkoper is een metaal gemaakt van koper en zink. Dankzij deze mix is het metaal makkelijker vorm te geven. Veel geelkopere voorwerpen zijn gegoten. Dit werd gedaan door geelgieters. Dankzij de giettechniek en de manier waarop geelgieters het voorwerp polijsten (slijpen of schuren) krijg je een gele goudachtige glans. Geelkoper wordt dan ook ‘het goud van de gewone man genoemd’.

Ontdek meer objecten uit de collectie van dit museum