Collectie

Rijksmuseum Muiderslot

Otiorum Libri Sex

‘Otiorum libri sex’, vaak verkort naar Otia, is de eerste gedichtenbundel die Constantijn Huygens in 1625 uitgeeft. Huygens is dan 29 jaar oud. Een paar jaar daarvoor ontmoet hij Pieter Corneliszoon (P.C.) Hooft. Ze wisselen regelmatig gedichten met elkaar uit, waarin ze elkaar telkens proberen te overtreffen. Hooft en Huygens werden hierdoor goede vrienden. Huygens kwam dan ook regelmatig langs op het Muiderslot. ‘Otorium libri sex' is Latijns voor De zes boeken van de vrije uren (soms ook vertaalt als ‘Ledige uren’). In de Otia staan alle gedichten die Huygens tot dan toe heeft geschreven. Nou ja, niet allemaal. Want Huygens draagt de gedichtenbundel op aan zijn vriend en professor bij de Universiteit Leiden, Daniël Heinsius. Alleen was Heinsius een stevige drinker die weleens college oversloeg omdat hij een te grote kater had. Huygens had hierover een zedeprint (karakterschets) geschreven, genaamd ‘De professor’. Hierin beschrijft hij hoe de professor zich vol dronk tijdens een receptie totdat hij moest “kotsen in het Latijn”. Niet echt netjes om dat in hetzelfde boekje te publiceren. Dus toen Huygens zijn zedeprinten naar de drukkerij verstuurde, zette hij een grote streep door ‘De professor’ met de notitie “Dit niet te drucken”. En gelukkig, pas twee eeuwen na het overlijden van Huygens wordt zijn karakterschets ontdekt en alsnog gepubliceerd. Want naast dat de Otia een verzameling van gedichten was, was het tegelijkertijd een open sollicitatie naar een nieuwe baan. Huygens was namelijk werkeloos en wilde heel graag aan de slag voor het vaderland, bijvoorbeeld aan het hof van de stadhouder. Net zoals Heinsius! En het werkt. Vlak nadat zijn dichtenbundel is gepubliceerd, krijgt hij een baan aan het hof van stadhouder Frederik Hendrik. Hij zou deze baan behouden tot aan zijn dood in 1687.

Soort object
boek
Datering
1625 -
Museum
Rijksmuseum Muiderslot
Plaats
Den Haag
Collectie
literatuur
Materiaal
papier
Nummer
M1962-200
Techniek
gebonden
Gebruiksrecht