Collectie
Rijksmuseum Muiderslot
Kaarsensnuiter
Kaarsensnuiter of snuiter is een schaar die gebruikt werd om de pit (kaarsenlont) van een kaars plat te knijpen. Dit wordt ook wel snuiten van een kaars genoemd. Een kaars werd gesnoten wanneer een stukje van de verbrande pit begon te roken of om roet te voorkomen. Aan de schaar zit aan de ene kant een halfrond bakje en aan de andere kant een deksel dat past op het bakje. Dit bakje voorkomt dat de afgeknipte pit op de grond valt. Tegenwoordig wordt de pit van een kaars anders gemaakt, waardoor we geen kaarsensnuiters meer nodig hebben. Maar het spreekwoord ‘vreemde snuiter’ gebruiken we nog steeds. Doordat kaarsensnuiten een alledaags of onbetekenende handeling was, werd snuiter een ander woord voor een onbenul (dom persoon). Dit heeft dus niets te maken met het snuiten van je neus of het spreekwoord ‘snotneus’ (jong persoon). Met ‘vreemde snuiter’ wordt iemand bedoelt die apart of anders is.
- Soort object
- snuiter
- Datering
- 1600 - 1699
- Museum
- Rijksmuseum Muiderslot
- Collectie
- huishoudelijke accessoire
- Materiaal
- koper
- Nummer
- M1991-033 Gebruiksrecht