Collectie

Rijksmuseum Muiderslot

Doofpot met deksel

Vroeger werden openhaarden gebruikt om een huis op te warmen. Maar een openhaard was vaak niet voldoende om een leefruimte volledig te verwarmen. Vooral als deze groter was, kon dit erg lastig zijn. Gedurende de zeventiende eeuw kwam er gelukkig een nieuw soort verwarmingsmiddel bij: de kachel. Net zoals bij een openhaard, verwarmt een kachel de leefruimte door hout, turf (gedroogd veen) of kool (fossiele brandstof van plantenresten) aan te steken. Maar het branden van een kachel kon erg gevaarlijk zijn. Daarom stond er naast elke kachel een zogenaamde doofpot. Een doofpot is een pot waarin het brandende hout, turf of kool werd geschept. Vervolgens werd de deksel erop gedaan zodat er geen zuurstof meer bij kon, waardoor het vuur dooft. Tegenwoordig kennen we de doofpot vooral vanwege het spreekwoord ‘iets in de doofpot stoppen’. Wanneer je iets in de doofpot stopt wil je er niet over praten of houdt je informatie achter.

Ontdek meer objecten uit de collectie van dit museum